Samenstelling & Ingredienten van ons Hondenvoer
Samenstelling Perfect & Prima Label Hondenvoer
Waar bestaat hondenvoer uit? En wat betekenen die termen op het etiket? Dat leggen we je graag uit. Je kunt ons een e-mail sturen als e.e.a. nog onduidelijk is of als je meer vragen hebt over het hondenvoer van Dierenvriend NL
Op iedere zak hondenvoer van Dierenvriend NL, zitten twee etiketten:
- Aan de voorzijde: ons logo, de bedrijfsgegevens en de verkoopnaam van het voer.
- Aan de achterzijde: de samenstelling, de ingrediënten & nutritionele toevoegingsmiddelen.
Bij de samenstelling, zie je dikwijls de term ruw of ruwe staan. Bijvoorbeeld; ruw eiwit of ruwe as. Dit zegt niks over de structuur of de schatting van de brok of stof maar over de bewerking, namelijk; onbewerkt of puur. Met ruw wordt bedoeld dat de bouwstof onbewerkt voorkomt in de voeding. Het percentage geeft de hoeveelheid ten opzichte van de totale maaltijd aan. Uiteraard mag en kan hier een minimale marge in zitten.
Weinig mensen kijken naar de etiketten van hun eigen levensmiddelen. Dat kan komen omdat ze bijna nooit gebruik maken van samengestelde of bewerkte voeding. Of omdat men het gewoon te druk heeft en boodschappen doen niet bepaald een hobby van iedereen is. Of men heeft de kennis niet om precies te begrijpen wat er op het etiket staat. En of de inhoud nu wél of níet bijdraagt aan een goede voeding.
Niet alle Dierenvriendjes hebben interesse of de tijd om alles betreft het voer helemaal uit te pluizen, toch vinden wij het belangrijk dat de benodigde kennis toegankelijk is voor iedere hondeneigenaar. Hieronder zie je de vermeldingen die je tegenkomt op de etiketten en de bijbehorende kennis. We hebben getracht het zo makkelijk mogelijk te omschrijven.
Ingrediënten
Compleet hondenvoer bevat alle voedingsstoffen die een hond nodig heeft voor het dagelijks leven. Deze voedingsstoffen zijn afkomstig van plantaardige en/of dierlijke grondstoffen. Op de etiketten van het voer staat exact welke ingrediënten of welke categorieën van ingrediënten de voeding bevat.
De ingrediënten worden in dalende volgorde van gewicht weergegeven. Hierdoor kan je aflezen wat het hoofdingrediënt is (vooraan) en van welk ingrediënt het minst aanwezig is (achteraan). De volgorde vertelt of ingrediënten in verhouding meer of minder aanwezig zijn maar niet hoeveel meer of minder.
Etiketten op onze hondenvoer verpakkingen lijken ongeveer op de etiketten zoals men die kent van hun eigen voedingsmiddelen. Toch zit er een groot verschil in de wettelijke eisen voor de etiketten. Zo mag je “met kip” pas op de zak zetten als er minstens 4% kip in het hondenvoer zit. Om te voldoen aan de behoefte de hond bevat de voeding altijd een hoger percentage aan dierlijke en/of plantaardige eiwitten, dan dat de wettelijke norm voor smaakvermeldingen voorschrijft. Dat kan een hoger percentage kip zijn, maar dat kunnen ook andere ingrediënten zijn. Daarnaast vereist de wet onder andere dat het etiket specifieke informatie bevat zoals een ingrediëntenlijst, een analytische bestanddelenlijst en een voedingsadvies.
Wil je meer weten over EU richtlijnen m.b.t. etiketten diervoeders? Klik hier
Toevoegingsmiddelen
Deze kunnen als volgt worden ingedeeld:
- technologische toevoegingsmiddelen (bijv. conserveermiddelen, antioxidanten, emulgatoren, stabilisatoren, zuurteregelaars, toevoegingsmiddelen voor kuilvoer (gras of andere verse voedergewassen die worden samengeperst en opgeslagen onder luchtdichte omstandigheden, met name in een silo));
- sensoriële toevoegingsmiddelen (bijv. aromatische stoffen, kleurstoffen);
- nutritionele toevoegingsmiddelen (bijv. vitaminen, mineralen, aminozuren, sporenelementen);
- zoötechnische toevoegingsmiddelen (bijv. verteringsbevorderaars, darmflorastabilisatoren);
- coccidiostatica en histomonostatica (medicijnen, anders dan antibiotica)
Bij Dierenvriend ziet men de nutritionele toevoegingsmiddelen per kg vermeld staan op het etiket. Men kan ze ook terug vinden in de webshop bij de productfoto’s. Onze Prima & Perfect Label hondenbrokken bevatten geen andere toevoegingsmiddelen. De nutritionele toevoegingsmiddelen zijn nodig om te voldoen aan de voedingsbehoeften van dieren. Andere merken diervoer die wij, naast ons eigen voer verkopen, kunnen wel meerdere toevoegingsmiddelen hebben. Wil je de EU richtlijnen betreft toevoegingsmiddelen inzien? Klik hier
Samenstelling
Ook wel de analytische bestanddelen genoemd. Deze opsomming moet voldoen aan de richtlijnen en verplichtingen die opgesteld zijn door de Europese Unie (Verordening betreffende de catalogus van voedermiddelen van 15 juni 2017). Zo mag er maar een bepaalde foutmarge zijn en wordt er strikt gekeken welke vermeldingen horen bij welk type grondstof. Zo valt de grondstof ongebrande gerst onder zetmelen (koolhydraten), maar wanneer gerst geroosterd wordt, kan het in bepaalde hoeveelheden opeens onder het kopje ‘ruw eiwit’ vallen.
Eiwit
Eiwitten worden ook wel proteïnen genoemd en bestaan uit aminozuren. Er zijn honderden verschillende aminozuren, maar honden hebben er maar een aantal van nodig. Honden kunnen sommige aminozuren zelf aanmaken: de zogenoemde niet-essentiële aminozuren die niet in het voer aanwezig hoeven te zijn. De andere zijn wel essentieel en moeten dus onderdeel zijn van hun voeding. Honden hebben 10 essentiële aminozuren nodig.
Eiwitten zijn de bouwstenen van de organen, de spieren, de botten, de vacht, de nagels, het bloed en het immuunsysteem. Proteïnen in diervoeding kunnen uit verschillende bestanddelen gehaald worden, van zowel dierlijke als plantaardige oorsprong: orgaanvlees, rundvlees, varkensvlees, gevogelte, vis, eieren, mais, rijst, erwten of sojabonen. Het is belangrijk dat een hond de goede hoeveelheid proteïnen binnenkrijgt en dat die gemakkelijk geabsorbeerd en verteerd worden. De bron van de eiwitten en hoe ze verwerkt zijn, hebben invloed hierop. Het voer bij Dierenvriend is voorzien van diverse ingrediënten om zo de benodigde hoeveelheid aan eiwitten/aminozuren te verschaffen.
Wanneer je hond extra eiwitten eet, slaat het lichaam deze niet op, zoals bij vet wel gebeurt. Ook worden extra eiwitten niet omgezet in meer spierweefsel. Het geven van meer eiwitten dan noodzakelijk is, heeft dan ook geen gezondheidsvoordelen voor je huisdier. Kies daarom voer dat past bij de levensfase van je hond: Puppy, Volwassen of Senior.
Vet
Het lichaam van een hond heet vetten nodig om suiker (energie) gedurende langere tijd op te slaan. In de lever kan vet weer omgezet worden in suiker(koolhydraten), waardoor de energie weer voor het hondenlichaam beschikbaar is. Er zijn vele soorten vetten, zowel verzadigde als onverzadigde. Vooral de onverzadigde vetten (omega 3 en 6) hebben gunstige invloeden bij een aantal ziektes maar zijn dragen ook bij aan het gezond houden van een hond. Vetten worden daarom vaak in hondenvoer verwerkt.
Celstof / Vezels
Als het aan de hond lag, dan at ie liever voer met weinig vezels en veel vocht. Dat is gebleken uit een onderzoek, waarbij gepeild werd wat de voorkeuren waren van meer dan 30 viervoeters. Hoe meer vezels en hoe minder vocht er in de voeding zat, hoe minder graag de honden het aten. Veel hondeneigenaren zullen dat herkennen; de meeste honden gaan meer kwispelen van blikvoer of rauwe vleesvoeding dan van harde brokken. In blikvoeding en rauwe voeding zit veel meer vocht dan vezels. Toch zijn vezels vrij essentieel.
Honden kunnen, net als mensen, geen vezels opnemen. Daarom zijn vezels belangrijk: vezels helpen een hond voedingsstoffen op te nemen en geven een verzadigd gevoel. Vezels helpen een hond ook bij het vormen van gezonde ontlasting. Een vaste drol, die gemakkelijk en zonder persen gelegd wordt. Sommige vezels dienen als voedsel voor de goede bacteriën in de hondendarmen. Die bacteriën zijn dragen bij aan een goede algehele gezondheid.
Er zijn twee soorten vezels: oplosbare en onoplosbare. Een hond heeft beide nodig.
- Oplosbare vezels absorberen water en worden een gel-achtige substantie. Het vertraagt de spijsvertering en zorgt er voor dat voedingsstoffen langzaam worden opgenomen. Pieken en dalen in de bloedsuikerspiegel worden ermee voorkomen.
- Onoplosbare vezels maken de poep voller en houden de spijsvertering regelmatiger. Honden krijgen hierdoor minder snel last van hun anaalklieren.
As
Op etiketten kan men de term ‘Ruwe as’ tegenkomen. Dat heeft niks met verbrandingsresten te maken. Ruwe as is een restpercentage dat niet verteerd kan worden door een hond. Het is juist van belang dat dit aanwezig is in diervoeding.
Om energie te kunnen leveren, verbrandt het hondenlijf eiwitten, vetten en koolhydraten. Na verbranding blijven er mineralen over, dit noemen we ruwe as. Het ruwe as-aandeel ligt meestal tussen de 5% en 8% bij droge brokken. Bij natvoer is het circa 2%.
Calcium
Zowel te veel als te weinig calcium kunnen de hond erg ziek maken, waarbij snelle behandeling nodig is. Calcium is een mineraal. I.c.m. met fosfaat geeft het stevigheid aan botten en tanden. Calcium is ook nodig voor een goede werking van het hart en de spieren.
Honden met een te hoog calciumgehalte drinken en plassen veel. Veel drinken en veel plassen kan nog andere oorzaken hebben, maar als het plotseling ontstaat kan het veroorzaakt wordt door een te hoog calciumgehalte. Een hondeneigenaar kan heel vaak de dag en de tijd herinneren waarop de hond ineens meer ging drinken en plassen. Ook kunnen honden zwakker lijken, omdat hun spieren minder werken.
Het is belangrijk om snel te achterhalen of e.e.a. veroorzaakt wordt door een te hoog caliumgehalte, want de nieren kunnen onherstelbaar beschadigd raken.
De meeste oorzaken van een verhoogde calciumwaarde zijn:
- Vitamine-d vergiftiging
- Uitdroging
- Chronisch nierfalen
- Ziekte van Addison(te weinig bijnierschorshormonen)
- Kwaadaardige tumoren
- Granulomateuze ontstekingen
Albuminetekort (eiwitten) is vaak een oorzaak van een te lage calciumwaarde. Het lage calciumgehalte geeft bij honden, behalve diarree, geen klachten en er hoeft niet per se iets aan gedaan te worden. Het uitzoeken en eventueel behandelen van de oorzaak is wel belangrijk.
Een lage calciumconcentratie die gepaard gaat met krampen en spierzwakte, vereist een behandeling met spoed.
De meest voorkomende oorzaken van een verlaagde calciumwaarde zijn:
- Laag albumine
- Vergiftiging met antivries
- Tetanie (calciumtekort na de bevalling door zogen)
- Beschadigde bijschildklier of een operatie aan schildklieren
Uit bovenstaande uitleg blijkt duidelijk dat men niet te lichtzinnig over calcium in de voeding moet denken. 1,25 gram calcium per 1000 calorieën is een verstandige richtlijn.
Puppy’s hebben wat meer calcium nodig dan volwassenen honden.
Vaak vergeet men de calcium die van nature in kip en vis mee te tellen. Houd hier rekening mee bij alle tussendoortjes.
Fosfor
Een hoog fosfaatgehalte is normaal bij jonge honden.
Bij nierfalen is een hoog fosfaatgehalte in het bloed niet goed: honden hebben dan een nierdieet en/of fosfaatremmers nodig.
Bij suikerziekte kan het fosfaatgehalte zo laag worden dat honden een infuus met fosfaat nodig hebben. Fosfaat is een zout met het mineraal fosfor. I.c.m. met calcium geeft fosfor stevigheid aan botten en tanden. Fosfor is ook van invloed op de energiestofwisseling.
De meest voorkomende oorzaken van een verhoogde fosfaatwaarde:
- Normaal bij jonge dieren
- Urinelekkage
- Nierfalen
- Beschadigde bijschildklier
De meest voorkomende oorzaken van een verlaagde fosfaatwaarde:
- Tetanie (door het zogen na een bevalling)
- Ontregelde suikerziekte
- Tumoren die een calciumverhoging veroorzaken
- Calciumarme voeding (All Meat Syndrome)
Een nierdieet verlaagt de hoeveelheid fosfaten in het bloed. Hoe lager het fosfaatgehalte bij dieren met nierfalen, hoe langer de hond leeft en hoe fijner het dier zich voelt.
Als de hond een nierpatiënt is die slecht eet, kan men de hond proberen te voeden met wat extraatjes. Maar dan moet men geen voedingsmiddelen geven met veel fosfaat erin. Fosfaten zitten voornamelijk in de volgende voedingsmiddelen:
- Volkoren graanproducten
- Vlees(waren), vis, vleesvervangers, eidooiers
- Melk- en melkproducten, (smeer)kazen
- Bepaalde groenten zoals: artisjokken, maïs, champignons en spruitjes
- Bepaalde vruchten zoals: gedroogde vruchten en passievruchten
Een te laag fosfaatgehalte kan leiden tot bloedarmoede.
Bij een chronisch gebrek (zeldzaam) kan het leiden tot spierpijn en botpijn, gebrek aan eetlust en de vorming van nierstenen.
Gezonde honden houden we graag gezond. Kies voor voeding die uitgebalanceerd is en de juiste verhoudingen aan mineralen heeft. Heeft de hond een aandoening waardoor er meer of minder calcium nodig is, win dan advies in bij een dierenarts. Een dieet of medicatie kunnen noodzakelijk zijn.
Koolhydraten
Koolhydraten bestaan grofweg uit suikers, vezels en zetmeel.
Koolhydraten in voeding zijn belangrijk als ze ook voldoende andere voedingsstoffen leveren. Anders noemen we ze ‘lege koolhydraten’.
Lege koolhydraten zorgen voor een snelle stijging van de glucosespiegel in het bloed. Een hond die sportieve prestaties (racehonden bijv.) moet leveren kan baat hebben bij lege koolhydraten. De lichaamscellen krijgen snel een glucosepiek waardoor de spieren harder gaan werken.
In het normale leven van een hond worden lege koolhydraten afgeraden omdat ze er voor zorgen dat glucose wordt opgeslagen en de hond dikker wordt. Magere honden komen snel aan van lege koolhydraten. Helaas geven lege koolhydraten ook een overprikkeling aan de alvleesklier. Voor korte tijd is dat niet erg. Bij te vaak nuttigen, kan het leiden tot alvleesklierproblemen, een hoge bloeddruk en/of een te hoog cholesterolgehalte.
Langzame koolhydraten bevatten meer voedingsstoffen. Ze worden langzamer opgenomen. De glucose komt geleidelijk vrij waardoor de alvleesklier niet extra hoeft te werken om de glucosespiegel te laten dalen.
Goede koolhydraten zitten vooral in:
- volkoren graanproducten
- aardappelen
- peulvruchten
- groente
- fruit
Koolhydraten ook opgedeeld in verteerbare en niet-verteerbare koolhydraten.
Niet-verteerbare koolhydraten kunnen niet omgezet worden in glucose en kunnen door het hondenlijf niet opgenomen worden. Ze zijn wel belangrijk voor een goede darmflora en een goede darmwerking.
In goed voer zitten goede koolhydraten. Dierenvriend adviseert graanvrije producten. Het koolhydraatrijke graan wordt dan vervangen door koolhydraatrijke (zoete) aardappelen.
Energie (kcal).
Sommige hondenvoer is geschikt voor actieve honden, terwijl ander voer prima past bij de minder actieve hond. Actieve honden komen minder snel in gewicht aan dan weinig actieve honden. Vaak staat de leeftijd ook in relatie tot de activiteit van de hond.
Activiteit hangt samen met het verbranden van energie/calorieën. Hoe meer calorieën hoe sneller een hond in gewicht aankomt als er amper activiteit is.
Calorieën zeggen niet altijd iets over de kwaliteit en de ingrediënten van het voer: de verhouding tussen eiwitten/koolhydraten/vetten is bijvoorbeeld best belangrijk m.b.t. de keuze die men het beste maakt.
Teveel eiwitten kan bijv. orgaanschade veroorzaken en teveel koolhydraten of vetten zijn ook niet wenselijk.
Dierenvriend kan je informeren en adviseren over de inhoud/ingrediënten die het beste van toepassing zijn op jouw hond. Op eigen houtje proberen je hond te laten afvallen zonder rekening te houden met de soorten calorieën kan soms een onverstandige keuze zijn met desastreuze gevolgen.